Overslaan en naar de inhoud gaan

Je gids op onbekend terrein

Een ziekte als borstkanker treft een patiënt niet alleen lichamelijk. Mentaal en emotioneel worden patiënt en naasten zwaar op de proef gesteld. Er komen heel wat vragen over rond hoe het nu verder moet, wat je mag of kan verwachten, hoe je alles het hoofd zal bieden, of je het als patiënt of gezin wel aan zal kunnen…

Vrijwel iedereen die met borstkanker te maken krijgt, treedt een nieuwe wereld binnen waarin niets nog evident is en waar heel wat chaos en verwarring heerst.

Je artsen begeleiden je in de behandeling en in de beslissingen over je behandelingstraject. Zij werken nauw samen met een team van psychosociale hulpverleners. Onze borstverpleegkundigen, sociaal werker en psycholoog staan klaar om samen op pad te gaan.

De borstverpleegkundige begeleidt de patiënt in de eerste fase van alle onderzoeken, de eerste uitslagen, de diagnose die meegedeeld wordt, de ingreep, de nazorg… Zij is vanaf dan ook vaak de eerste contactpersoon voor patiënten en hun familie. Zij brengt op het gepaste moment informatie over wat er aan de orde is. Soms krijgt de patiënt ook te maken met een heel andere vorm van zelfzorg, moet je ineens bekommerd zijn om borstprothesen, haarprothesen, … Ook daarin kan de borstverpleegkundige je wegwijs maken. Kortom, zij vormt de rode draad doorheen het traject dat je aflegt. Een rode draad waar je altijd naar kan teruggrijpen.

Hoewel het voor de patiënt vaak wel zo aanvoelt, staat de wereld buiten niet stil. Alles moet verder draaien zoals voordien en bovendien komen er nu een hoop nieuwe zaken op je af. Er moeten zaken geregeld worden, er moeten facturen betaald worden, het huis moet onderhouden worden, ... Kan je niet voor jezelf zorgen dan moet er hulp komen. De sociaal werker gaat met de patiënt op zoek naar antwoorden voor al deze zorgen.

Omdat er ook heel wat te verwerken valt bij een diagnose van borstkanker, zijn er soms momenten dat de psycholoog kan helpen. De situatie is voor velen zodanig nieuw en onbekend dat ze zichzelf niet meer herkennen. Zowel uiterlijk als innerlijk. Er komen nieuwe opdrachten aan bod, zowel voor de patiënt als voor de omgeving. Vooruitkijken is vaak beangstigend en alle punten van houvast zijn verdwenen. Op die momenten kan je in gesprek treden, om het hart te luchten, om angsten en neerslachtigheid aan te pakken of om samen op zoek te gaan naar zaken die wel houvast kunnen bieden.