Overslaan en naar de inhoud gaan

Wanneer geneesmiddelen onvoldoende pijnstilling geven, kunnen infiltraties of inspuitingen aangewezen zijn, bv. epidurale inspuiting. Ook andere diagnostische en/of therapeutische technieken kunnen worden toegepast, zoals inspuitingen op verschillende niveaus.

Er kan ook overgegaan worden op een meer blijvende behandeling van de betrokken zenuw of gewricht d.m.v. radiofrequente behandeling (=opwarming of ontzenuwing) of d.m.v. gepulseerde opwarming ter hoogte van de spieren (om verkramping van de spieren ongedaan te maken).

Nog een stap verder zijn de meer invasieve behandelingstechnieken voor chronische pijn, zoals toediening van geneesmiddelen via een geïmplanteerde medicatiepomp (morfinepomp). Dit gebeurt in samenwerking met de dienst neurochirurgie.

Interventionele behandeling

Afhankelijk van de pijnklacht wordt een behandeling opgestart. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. Hieronder vind je enkel interventionele behandelingen die gebeuren in de pijnkliniek:

Infiltratie

Een infiltratie is een inspuiting met corticosteroïden (bv. Depo-medrol, Diprophos) of met een lokaal verdovingsmiddel (bv. Xylocaïne). Een infiltratie met corticosteroïden is een behandeling om de pijn te verminderen. Een infiltratie met een lokaal anestheticum (= testblokkade) is een onderzoek waarbij een kortwerkende verdoving wordt gegeven om zo te weten te komen vanwaar de pijnklachten komen en of het zinvol is om definitief te behandelen.

Opwarming/Radiofrequente behandeling

Wanneer een testblokkade zinvol is gebleken, kan een radiofrequente behandeling worden uitgevoerd. Door middel van radiofrequentie (warmtestroom) wordt een letsel (‘lesie’) aangebracht ter hoogte van een zenuw. Op die manier wordt de geleiding van het pijnsignaal onderbroken. Indien er een ontsteking plaatsvindt ter hoogte van een bepaalde structuur (bv.  zenuw) kan dit ontstekingsvocht door warmte verdampt worden.

Plaats van de behandeling

Een infiltratie of een radiofrequente behandeling kan op verschillende plaatsen in het lichaam uitgevoerd worden:

Epiduraal

De “epidurale ruimte” bevindt zich tussen de ruggenwervel en het ruggenmerg. Een infiltratie met een corticosteroïd, kan de pijn verminderen en ook plaatselijk de ontsteking en zwelling wegnemen. Een epidurale infiltratie kan afhankelijk van de klachten plaatsvinden ter hoogte van de nek (cervicaal), hoge- (thoracaal) of lage (lumbaal) rug. Deze behandeling wordt voornamelijk toegepast bij vernauwing van het ruggenmergkanaal (spinaalkanaal stenose).

Gewrichten

Facetgewrichten zijn gewrichtjes tussen twee opeenvolgende wervels. Soms veroorzaken ze lage rugpijn. Pijn afkomstig van deze gewrichten kan worden onderdrukt door een infiltratie met een corticosteroïd. Indien nodig kan deze pijn ook langdurig onderdrukt worden door een opwarming of ontzenuwing.
Het sacro-iliacaal gewricht is het gewricht tussen het heiligbeen en het bekken. Dit gewricht kan ook ontzenuwd worden door bevriezing (cryotherapie).

Tussenwervelschijf/discus

Tussen de wervels bevinden zich de tussenwervelschijven. Wanneer een tussenwervelschijf of discus slijtage vertoont kan dit pijn veroorzaken die kan verlicht worden door infiltratie of opwarming. Dit kan zowel uitgevoerd worden bij schijven ter hoogte van de nek (cervicaal) als bij schijven in de hoge- (thoracaal) en lage rug (lumbaal).

Zenuw

Ter hoogte van bepaalde zenuwen kan een infiltratie/opwarming gebeuren waardoor dit in bepaalde gevallen de pijn kan onderdrukken. Dit wordt o.a. toegepast bij zenuwknopen in de nek, hoge- of lage rugpijn, zenuwpijn in het aangezicht, clusterhoofdpijn,…