Je moet nuchter zijn voor ieder type van anesthesie. Dit betekent dat je meestal de avond voor de operatie, na middernacht, niet meer mag eten of drinken. Water mag je drinken tot 2 uur voor de verdoving.

Als je verdoving plaatsvindt in de namiddag, en je niet aan je maag of darmen wordt geopereerd, kan je expliciet toestemming krijgen om voor 6 uur ’s ochtends licht te ontbijten. Dit is bijvoorbeeld een toast of boterham met confituur.

Waarom moet ik nuchter zijn?

Na het toedienen van de verdoving zal de slikreflex (gedeeltelijk) wegvallen. Op die manier kan er speeksel of maaginhoud via de luchtpijp in de longen terechtkomen, wat een levensbedreigende longontsteking kan veroorzaken.

De meeste medicatie mag je ’s ochtends innemen met een slokje water. Let op:

• Medicatie tegen suikerziekte mag je niet innemen op de dag van de procedure.
• Bloedverdunners moeten vaak, maar niet altijd, al enkele dagen voor de ingreep gestopt worden. Bespreek dit met je chirurg.

Je bespreekt je medicatie vooraf met je behandelende specialist of huisarts. De verpleegkundige op jouw eenheid krijgt de dag voor de ingreep instructies van de anesthesist over welke medicatie je wel of niet mag innemen.

Borstvoeding mag je tot 4 uur voor de ingreep geven. Kinderen mogen tot 4 uur voor de start van de ingreep borstvoeding drinken.

Kunstvoeding verteert trager en moet ten laatste 6 uur voor de ingreep gestopt worden.

Stop zo lang mogelijk voor de ingreep met roken en vapen. Rokers hebben meer kans op luchtweginfecties en zullen meer hoesten bij het ontwaken, wat erg pijnlijk kan zijn.

Een rookstop zes weken voor de ingreep is ideaal, 48 uur voor de ingreep is ten zeerste aanbevolen.

• Breng je thuismedicatie mee naar het ziekenhuis.
• Vul de preoperatieve vragenlijst in en onderteken het toestemmingsformulier. Neem beide documenten afgedrukt mee naar het ziekenhuis.
• Gebruik je ‘s nachts een CPAP-toestel omwille van slaapapneu? Neem dit dan zeker mee naar het ziekenhuis en het operatiekwartier. Na de verdoving kan je tijdelijk nog diep slapen, waarbij het CPAP-toestel je helpt met ademen.
• Heb je een neurostimulator? Neem dan zeker de afstandsbediening mee op de dag van de ingreep, zodat deze tijdelijk kan worden uitgeschakeld.

Draag geen:

• juwelen, gelnagels of piercings
• lenzen
• loszittende gebitsprothese

• Je krijgt een operatiehemdje om aan te trekken. Voor de operatie verwijder je jouw sieraden, make-up, nagellak, bril en tandprothese.
• Als je angstig bent, kan je als voorbereiding op de anesthesie een tabletje krijgen. Dat maakt je minder angstig en een beetje slaperig. Om overdreven slaperigheid te vermijden, dienen we dit enkel toe op jouw vraag.
• Voor het vertrek uit de kamer ga je best nog eens plassen. De verpleegkundige brengt je in je bed naar de operatiezaal.