
Door zijn pompfunctie zorgt het hart ervoor dat de andere organen en spieren van het lichaam voldoende voorzien worden van bloed- en zuurstof. Bij hartfalen is het hart niet meer in staat om deze functie goed uit te voeren.
Veelvoorkomende symptomen van mogelijk hartfalen zijn kortademigheid, gezwollen enkels, abnormale vermoeidheid en verminderd inspanningsvermogen.
Verschillende oorzaken
Grofweg kunnen we patiënten met hartfalen opsplitsen in twee groepen:
- Mensen waarbij problemen aan de kransslagaders de oorzaak zijn;
- Mensen waarbij er geen problemen aan de kransslagaders zijn.
Problemen aan de kransslagaders (verkalking, vernauwing) kunnen leiden tot een hartinfarct of tot een chronisch tekort aan zuurstofvoorziening van de hartspier. Hierdoor komt de pompfunctie van het hart in het gedrang.
Bij de tweede patiëntengroep is de hartspier zelf ziek (cardiomyopathie). Dit kan het gevolg zijn van een hoge bloeddruk, een virale infectie, ritmestoornissen, een genetische afwijking, enzovoort. Bij een gedeelte van de mensen in deze laatste groep mensen kan uiteindelijk geen precieze oorzaak van het hartfalen worden benoemd met de huidige beschikbare kennis.
15.000 nieuwe gevallen per jaar in België
Hiermee is het een frequent voorkomende aandoening. De ziekte gaat gepaard met een hoog sterftecijfer en een hoog aantal hospitalisaties. Hartfalen heeft dan ook een belangrijke weerslag op zowel de levensverwachting als de levenskwaliteit van de mensen met deze aandoening.
Gelukkig zijn er de laatste decennia enorme stappen gezet in de behandelingsmogelijkheden waardoor voor veel mensen een heel aanvaardbare levenskwaliteit en levensverwachting opnieuw mogelijk is.
Welke klachten kunnen op hartfalen wijzen?
Hartfalen heeft een invloed op de werking van vele andere organen. Klachten van hartfalen kunnen hierdoor zeer verschillend zijn. De meest frequente zijn:
- Kortademigheid
- Gezwollen enkels
- Abnormale vermoeidheid
- Verminderd inspanningsvermogen
In de pers of in spreektaal wordt de term hartfalen vaak ook gebruikt wanneer er ‘een probleem verondersteld wordt met het hart’. Bijvoorbeeld: een sporter die tijdens het sporten overlijdt. Medisch gezien is dit niet altijd correct. De oorzaak is op dat moment niet steeds een verminderde pompfunctie van het hart, maar bijvoorbeeld een fatale ritmestoornis.
Wat doe je wanneer je klachten ervaart?
Bij ontwikkeling van dit soort van klachten is het belangrijk dat je een arts raadpleegt. Op basis van klinisch onderzoek, een elektrocardiogram en een bloedtest (BNP-test) bij de huisarts en bijkomend onderzoek bij een cardioloog kan vrijwel altijd en snel een correcte diagnose gesteld worden.