Voor je onderzoek krijg je een vragenlijst waarop je moet invullen of er magnetische of elektrische voorwerpen in je lichaam zijn, zoals bijvoorbeeld een pacemaker of neurostimulator. Door het sterk magnetisch veld waarmee we werken, kunnen deze voorwerpen voor problemen zorgen. 

• Heb je een neurostimulator? Dan moet je arts eerst nakijken of het apparaat en de bijhorende draden MRI-compatibel zijn. Neem een bewijs hiervan mee naar je MRI-onderzoek. 
• Heb je een pacemaker? Dan moet je arts of cardioloog eerst nakijken of deze MRI-compatibel is. In geval van een MRI-compatibele pacemaker, maak je voor je MRI-scan een afspraak op de eenheid cardiologie om de pacemaker in MRI-modus te zetten. De pacemaker wordt meteen na de MRI-scan opnieuw op standaardmodus gezet. 

Andere zaken die niet onder de MRI-scan mogen, zijn:

• sommige kunsthartkleppen
• clips aan hersenbloedvaten
• inwendige gehoorprothesen
• oog make-up (oogschaduw of mascara): dit bevat metaaldeeltjes die het beeld kunnen verstoren
• pruik met metalen onderdeel: zet deze af voor het onderzoek en breng eventueel een muts of hoofddoek mee
• haarspelden

Tandvullingen en kronen vormen geen probleem. Ook patiënten met metalen platen of prothesen in beenderen die langer dan zes weken geïmplanteerd zijn, kunnen veilig onderzocht worden. 

Ben je zwanger, heb je (ernstige) claustrofobie of ben je niet in staat om gedurende enige tijd stil te liggen? Gelieve dit dan aan je aanvragende arts te melden.

Heb je hierover vragen? Neem dan contact op met je behandelende arts of met medische beeldvorming.

Je moet enkel voor deze MRI-onderzoeken nuchter zijn of een lichte maaltijd nemen:

• MRI MRCP: lichte maaltijd
• MRI klein bekken of rectum: 6 uur nuchter
• MRI enteroclyse: 4 uur nuchter

Voor alle andere onderzoeken moet je niet nuchter zijn. 

Omdat we met een sterk magneetveld werken, mag je in de onderzoeksruimte geen metalen of magnetische voorwerpen meenemen, zoals sieraden, bril, horloge, sleutels, hoorapparaten, ...

Bij sommige onderzoeken brengen we vooraf een infuusnaaldje in de armader in om een contrastmiddel toe te dienen. 

Het onderzoek duurt ongeveer tien tot veertig minuten. Het is heel belangrijk tijdens die periode zo stil mogelijk te blijven liggen. Anders zijn de beelden mogelijk moeilijk te interpreteren. Je krijgt altijd een 'peertje' mee in zijn/haar hand om op te knijpen in geval van nood, bijvoorbeeld bij plotse misselijkheid, te veel last van claustrofobie, ... 

Het MRI-apparaat maakt veel lawaai. Tijdens het maken van de beelden hoor je kloppende of ratelende geluiden (zoals een drilboor). Je krijgt daarom een hoofdtelefoon om naar muziek te luisteren. Als we ademhalingsinstructies moeten geven, zetten we de muziek af. 
Het is mogelijk dat je tijdens het onderzoek wat tintelingen voelt.

In sommige gevallen is het noodzakelijk dat we een contrastmiddel toedienen om bepaalde afwijkingen op te sporen die zonder contrastvloeistof niet te zien zijn. Dit wordt met een injectie in een bloedvat in de arm ingespoten of via een vooraf ingebracht infuusnaaldje in de arm.

Het MRI-contrastmiddel bevat geen jodium, zoals bij een röntgenonderzoek. Het middel geeft zelden bijwerkingen.

De radioloog kan het resultaat niet direct meedelen. Hij moet de beelden eerst bestuderen en eventueel vergelijken met vorige onderzoeken. Daarna maakt hij een verslag van het onderzoek voor je behandelende arts. Deze zal het resultaat met jou bespreken bij het volgende bezoek.

Voor het MRI-onderzoek bestaat een wachtlijst.

De dienst medische beeldvorming doet al het mogelijke om deze zoveel mogelijk te beperken. Het kan gebeuren dat je moet wachten omdat er een spoedpatiënt tussendoor onderzocht wordt. We hopen dat je hier begrip voor opbrengt.

Wanneer je aanzienlijk te laat komt, kan het gebeuren dat we een nieuwe afspraak voor jou moeten maken. Indien je je afspraak niet kan nakomen, gelieve dan direct contact op te nemen met de de dienst medische beeldvorming. 

Aan de hand van MRI doen we volgende onderzoeken: