Overslaan en naar de inhoud gaan

Hieronder vind je enkele veel voorkomende hartaandoeningen. Vind je niet wat je zoekt? Neem een kijkje tussen onze brochures.

Hartklepaandoeningen of kleplijden

Mogelijke problemen

Het hart heeft vier hartkleppen. Er zit een klep tussen de rechtervoorkamer en de rechterkamer en tussen de linkervoorkamer en de linkerkamer. Verder is er een hartklep aan de oorsprong van de longslagader en een hartklep aan de oorsprong van de aorta. Er kunnen zich twee problemen met die hartkleppen voordoen.

  1. Er is een lek ter hoogte van de kleppen, waardoor een deel van het bloed door een onvoldoende afsluiten van die klep terugvloeit in de verkeerde richting.
  2. Een klep opent onvoldoende en laat dus onvoldoende bloed door. Meestal komt dat door verkalkingen ter hoogte van die klep, maar soms door een aangeboren afwijking.

Klachten

Bij grote klepproblemen kan dat leiden tot klachten als vermoeidheid, kortademigheid, soms ook pijn op de borst en duizeligheid of zelfs flauwvallen.

Onderzoek en behandeling

Kleplijden kan geëvalueerd worden aan de hand van het klinisch lichamelijk onderzoek (aanwezigheid van hartgeruis bij hartauscultatie). Een echografie van het hart - via de borstkas en zo nodig ook via de slokdarm - kan verder uitsluitsel geven. Bij ernstig kleplijden moet ook een hartkatheterisatie gebeuren. Dat voor drukmeting in het hart zelf met tegelijkertijd een evaluatie van de kransslagaders in functie van een eventueel te plannen heelkundige ingreep. Gaat het slechts om licht kleplijden? Dan volstaat veelal een regelmatige opvolging met echocardiografie. Ook wordt soms medicatie opgestart.

Voorkamerfibrilatie

Het hart wordt elektrisch aangestuurd vanuit een zone in de rechtervoorkamer van het hart, die we ook wel de sinusknoop noemen. Eigenlijk fungeert die zone als onze pacemaker, want hij zorgt ervoor dat ons hart in rust gemiddeld tussen 50 en 80 maal per minuut samentrekt. Dat is de hartfrequentie die we ook kunnen tellen ter hoogte van de polsslagader. Er zijn verschillende ritmestoornissen die tot gevolg kunnen hebben dat het hart trager klopt of juist veel sneller klopt.

Ritmestoornissen

De meest frequente ritmestoornis waarmee we in de praktijk worden geconfronteerd, is voorkamerfibrillatie. Tijdens die ritmestoornis wordt de functie van de sinusknoop als het ware overgenomen door multiple zones in de voorkamer. Daardoor ontstaat er in de voorkamer op elektrisch vlak eigenlijk een chaotisch ritme, waarbij de voorkamers niet meer mooi samentrekken maar fibrilleren of 'fladderen'. Dat kan leiden tot klachten als hartkloppingen, snellere vermoeidheid en kortademigheid, maar ook tot klontervorming in het hart.

Behandeling

Vroegtijdige diagnose van de ritmestoornis is belangrijk, waarbij behandeling met medicatie veelal noodzakelijk is: in eerste instantie om het hartritme te vertragen en eventueel terug regelmatig te maken. Anderzijds wordt meestal ook gestart met bloedverdunners, ter preventie van klontervorming in het hart. Uiteraard kan dat tot complicaties leiden.

Acuut hartinfarct

Voor het transport van bouwstoffen en zuurstof moeten alle delen van ons lichaam voorzien worden van bloed. De hartspier fungeert als een pomp die het bloed via een buizenstelsel van slagaders naar de verschillende organen en spieren vervoert. Wanneer een deel van ons lichaam geen bloed ontvangt, raakt dat lichaamsdeel beschadigd en sterft het uiteindelijk af. Dat noemen we een infarct. 

Zo kan bijvoorbeeld een hartinfarct ontstaan, maar ook een herseninfarct of darminfarct. Om zijn functie van pomp te kunnen volbrengen, moet de hartspier voorzien worden van bloed. Dat gebeurt via de kransslagaders.

Bij een vernauwing van de kransslagaders door belangrijke slagaderverkalking of atherosclerose kan dat in eerste instantie bij zwaardere inspanningen leiden tot zuurstofgebrek ter hoogte van de hartspier. Daardoor kan in de meest typische situatie pijn op de borst ontstaan, die soms kan uitstralen naar de keel of armen.

Door bijkomende klontervorming ter hoogte van een vernauwing in de kransslagader treedt soms zelfs een volledige afsluiting van een kransslagader op. Het is op dat ogenblik dat een acuut hartinfarct ontstaat.

Symptomen

Een hartinfarct gaat gewoonlijk gepaard met hevige pijn op de borst en soms met misselijkheid en zweten of kortademigheidsgevoel. Op dat ogenblik moet dringend ingegrepen worden.

Het is van zeer groot belang om een volledig afgesloten kransslagader zo snel mogelijk terug te openen om aldus de grootte van het infarct te kunnen beperken.

Met behulp van een hartkatheterisatie in ons cathlab bekijken we waar de verstopping van de kransslagader zich bevindt. Aansluitend wordt de kransslagader geopend met een ballon en stent.

Na een infarct is een deel van de hartspier afgestorven, wat tot vermindering van de pompfunctie kan leiden. Dat kunnen we vaststellen op een echografie van het hart. Ook het elektrocardiogram kan aantonen dat iemand een hartinfarct heeft gehad.