Overslaan en naar de inhoud gaan

Op basis van je klachten, een intakegesprek met de arts (anamnese) en een eerste klinisch onderzoek zal je arts één of meerdere mogelijke diagnoses verkennen. Een klinisch onderzoek is nodig om een beter beeld te krijgen van je klachten. Een inwendig onderzoek (met de vinger of een klein buisje) is hierbij meestal noodzakelijk. Uiteraard gebeurt dit enkel met jouw toestemming.

Vaak volgen er daarna gespecialiseerde medische onderzoeken om een diagnose te verfijnen.

Bekkenbodemechografie (perineale echografie)

Terug naar boven

Een bekkenbodemechografie (tweedimensionaal of driedimensionaal) is een uitwendig echografisch onderzoek dat de spieren, ligamenten en openingen in het vrouwelijk bekken gedetailleerd in beeld brengt. Dit doen we aan de hand van een echosonde uitwendig op het perineum (weefsel tussen anus en genitaliën).

De voornaamste redenen voor een bekkenbodemechografie zijn:

  • ongewild urineverlies
  • verzakkingen van darm, blaas of baarmoeder
  • pijnklachten in het kleine bekken
  • evaluatie van de sluitspier
  • beoordeling bekkenbodem na opstart of falen therapie

Dit onderzoek gebeurt op de dienst gynaecologie.

Transanale echo

Terug naar boven

Hierbij wordt een langwerpige echoprobe van 25 mm dik 5 tot 8 cm ingebracht om de sluitspier na te kijken op onder andere dikte, eventuele letsels of littekens en om de bewegingen van de sluitspier en een deel van de bekkenbodemspieren te beoordelen bij het opspannen en persen.

De voornaamste reden voor een transanale echo is:

  • incontinentie voor stoelgang (met name in geval van onvoldoende effect kinesitherapie)

Dit onderzoek gebeurt op de dienst gastro-enterologie.

Anorectale manometrie

Terug naar boven

De arts brengt een meetsonde van 3 mm dik 10 cm in om de druk (kracht) van de sluitspier te meten bij het opspannen en persen. We meten ook de drukgevoeligheid van de endeldarm.

De voornaamste redenen voor een anale manometrie zijn:

  • moeilijk stoelgang maken (dyschezie)
  • incontinentie voor stoelgang
  • soms vóór een ingreep voor een verzakking

Dit onderzoek gebeurt op de dienst gastro-enterologie.

Meer informatie over anale manometrie vind je hier.

Defecografie (colpocystodefecografie)

Terug naar boven

Dit is een radiologisch onderzoek waarbij we contrastvloeistof opspuiten in de blaas, vagina en endeldarm om met röntgenfoto’s een film te maken van de bewegingen van deze organen tijdens het plassen of stoelgang maken.

De voornaamste reden voor een (colpocysto)defecografie is om de bekkenbodemfunctie te beoordelen bij plas- en stoelgangproblemen. Dit omvat onder andere incontinentie, verzakkingen, obstipatie, bekkenbodemspierdysfunctie...

Dit onderzoek gebeurt op de dienst medische beeldvorming.

In de informatiebrochures lees je meer over colpocystodefecografie voor vrouwen of defecografie voor mannen.

Anaal onderzoek onder narcose

Terug naar boven

In sommige gevallen is het nodig om een anaal onderzoek onder narcose uit te voeren om de spieren zo goed mogelijk te laten ontspannen. Dit kan bijvoorbeeld vereist zijn bij onverklaarde pijnklachten of bij vermoeden van een huidkloofje dat niet geneest. De behandeling gebeurt dan aansluitend.

Meer informatie over het verloop van een anaal onderzoek lees je in deze brochure.

Plaskalender

Terug naar boven

Met een plaskalender gaan we na hoe vaak je plast en hoeveel per keer.

De voornaamste reden voor het gebruik van een plaskalender is:

  • de blaasfunctie beoordelen

Patiënten met een aandrangincontinentie houden een plaskalender bij. Hieruit kan de arts de blaasfunctie uitstekend beoordelen en de correcte behandeling instellen.

UDO (urodynamisch onderzoek)

Terug naar boven

De voornaamste redenen voor een urodynamisch onderzoek zijn:

  • als het voor de arts niet duidelijk is om welke incontinentieproblematiek het gaat;
  • vooral indien conservatieve therapie faalt.

Andere interessante pagina's