Overslaan en naar de inhoud gaan

Eerste trimester (week 1 tot en met week 12)

Tijdens je echografie in het eerste trimester kunnen we structureel veel nakijken zoals:

  • de hersenen
  • de aanleg van de ledematen
  • de maag- en blaasvulling
  • de nekplooi: deze geeft ons reeds een risicobepaling naar chromosomale afwijkingen toe
  • de ligging van je placenta

Tussen 11 weken en 13 weken heb je de mogelijkheid om een NIPT-test te laten uitvoeren. Deze bloedafname geeft de mogelijkheid om de meest frequente chromosomale afwijkingen bij de foetus ( trisomie 13-18 en 21) uit te sluiten. De test neemt ongeveer een 10-tal dagen in beslag en kan het geslacht ook weergeven.

Mogelijke kwaaltjes

  • borstspanning en borstpijn
  • braken en misselijkheid
  • constipatie
  • ‘plasdrang’
  • vermoeidheid
  • vaginaal verlies

Tweede trimester (week 13 tot en met week 27)

Vanaf ongeveer twintig weken zwangerschap voel je je kindje bewegen. Bij een eerste kindje kan dat wat later zijn. Ook het hartje klopt nu duidelijk. De haartjes en de nageltjes beginnen te groeien en je kindje reageert op geluiden van buitenaf.

Testen en echo’s

  • Structurele echo

Deze uitgebreide echo krijg je tussen 18 en 22 weken zwangerschap. We controleren de ontwikkelingen van de organen, de groei van je kindje en de hoeveelheid vruchtwater. We kijken ook de ruggengraat en de schedel na.

  • Suikertest

Tussen 24 en 28 weken zwangerschap laten we je een suikertest doen om zwangerschapsdiabetes op te sporen. Je drinkt een suikeroplossing en een uur later volgt een bloedafname. Als de test gestoorde waarden weergeeft, doen we een extra onderzoek (OGTT). Als blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt, zal de diabetesconventie van het ziekenhuis je verder mee opvolgen. Wil je graag meer weten over zwangerschapsdiabetes? Bekijk www.zoetzwanger.be.

Mogelijke kwaaltjes: harde buik

Vanaf het tweede trimester krijg je mogelijks last van harde buiken, ook Braxton-Hicks contracties of oefenweeën genoemd. Ter voorbereiding op de bevalling, trekt je baarmoeder samen. Daarbij voelt je buik gespannen en hard aan.

Hoewel harde buiken oncomfortabel kunnen zijn, zijn ze niet pijnlijk en duren ze maximum een minuut. Als je er vaak last van hebt, kan het zijn dat je het rustiger aan moet doen. Heb je last van pijnlijke en erg regelmatige harde buiken? Neem dan contact op met je verloskundige.

Tips

  • Voedingskeuze

Borstvoeding of flesvoeding? De keuze is geheel aan jou, maar niet altijd evident. We raden je dan ook aan hier tijdig over na te denken, zodat je bij de bevalling niet meer hoeft te twijfelen.  We ondersteunen je graag met de nodige informatie.

  • Kinesitherapie

Pre- en postnatale oefeningen helpen om je lichaam in conditie te houden, het voor te bereiden op de bevalling en na de bevalling sneller te herstellen.

Tijdens prenatale kinesitherapie krijg je info over wat er met je lichaam gebeurt tijdens de zwangerschap en de bevalling. Je oefent ook de bekkenbodemspieren en de ademhaling. Je kan daarvoor terecht bij de kinesisten van het ziekenhuis of in een privépraktijk. Verdere info kan je bij je arts verkrijgen.

  • Kraamhulp

De kraamverzorgers ondersteunen je thuis bij de zorg voor je baby en bij huishoudelijk werk zoals koken, strijken, boodschappen doen en schoonmaken. Vraag kraamhulp tijdig aan. De kost wordt berekend op basis van je inkomen.

  • Zelfstandige vroedvrouw

Een zelfstandige vroedvrouw voert dezelfde zorg uit als de vroedvrouwen in het ziekenhuis:

  • Ze volgt je knip of scheurtje en het bloedverlies op.
  • Ze helpt bij de verzorging en de voeding van de baby.
  • Ze voert de hielprik uit en beantwoordt je vragen.

Het ziekenfonds betaalt de huisbezoeken van de zelfstandige vroedvrouw terug. Neem tijdens je zwangerschap alvast een eerste keer contact op om kennis te maken of vragen te beantwoorden. Een volledig overzicht van de zelfstandige vroedvrouwen per provincie vind je hier terug.

Derde trimester (week 28 tot en bevalling)

Je baby is nu bijna volgroeid. Vanaf nu kan de baby dagelijks nog dertig gram bijkomen. Je kindje is klaar om geboren te worden en zal beginnen indalen. Meestal zit het hoofdje onderaan, soms ook in stuit. Je baby beweegt waarschijnlijk minder door een gebrek aan plaats. Toch moet je je baby minstens tien keer per dag voelen.

Testen en echo’s

Je krijgt je derde echo rond de dertigste week. De arts controleert

  • de groei van het kindje
  • de ligging
  • de plaatsing van de placenta
  • de hoeveelheid vruchtwater

Rond 35 à 37 weken zwangerschap krijg je een screening op de groep B-steptokokkenbacterie. Tien tot twintig procent van de zwangere vrouwen draagt die bacterie immers in de vagina. Tijdens de zwangerschap richt het geen schade aan. Bij de vaginale bevalling kan de baby het echter overkrijgen en besmet raken. Om te testen of je drager bent, neemt de gynaecoloog een vaginale wisser af. Is die positief, dan starten we tijdens de arbeid met antibiotica via een infuus om je baby te beschermen.

We controleren ook de stolling van je bloed, wat belangrijk is voor een eventuele epidurale verdoving.

Infecties

Toxoplasmose of kattenziekte

‘Kattenziekte’ of toxoplasmose krijg je via kattenuitwerpselen of door besmet rauw vlees of rauwe groenten te eten. Tips om de infectie te voorkomen zijn:

  • Eet geen rauw of onvoldoende doorbakken vlees.
  • Was je handen steeds na contact met rauw vlees.
  • Spoel groenten en fruit grondig af.
  • Draag steeds handschoenen wanneer je in de tuin werkt.
  • Vermijd contact met de kattenbak. Als je niet anders kan, draag je steeds handschoenen.

Listeriose

Deze bacterie vind je vooral terug in niet-gepasteuriseerde melk. Eet daarom geen producten gemaakt met niet-gepasteuriseerde melk. Let ook op met bepaalde kazen.

CMV (cytomegalovirus)

Het virus wordt overgedragen via direct contact met besmet lichaamsvocht bijvoorbeeld speeksel, urine of traanvocht, vooral van kleine kinderen. Enkele tips om een infectie te voorkomen zijn:

  • Was steeds je handen met water en zeep na contact met urine of speeksel, bijvoorbeeld na het verluieren en het schoonmaken van het potje.
  • Steek geen gebruikte tutjes in je mond.
  • Neem geen gebruikt bestek in je mond. Bijvoorbeeld: lepel aflikken of uit de beker van je kinderen drinken.
  • Ga niet samen in bad.
  • Geef geen kusjes op de mond.
  • Laat ook je partner deze richtlijnen volgen. Zo kan ook hij of zij jou niet besmetten.

Meer over materniteit?

Bekijk onze website met alle nuttige informatie.