Overslaan en naar de inhoud gaan

Met meer dan 200 zijn ze, het kleine leger aan vrijwilligers waarop ons ziekenhuis kan rekenen. Van een warme babbel en extraatje voor onze patiënten tot het wegwijzen van bezoekers en patiënten aan het onthaal. Wij vroegen aan Pascale, An, Tinne, Mia en Paul naar hun ervaringen met vrijwilligerswerk in AZ Sint-Maarten. 

Pascale - vrijwilliger op psychogeriatrische eenheid 'Het Anker'

“Elke vrijdagmorgen vind je mij op Het Anker, de psychogeriatrische eenheid. Jaren geleden startte ik in het ziekenhuis als vrijwilliger op de palliatieve eenheid De Mantel. Omdat ik dit niet meer kon combineren met mijn werk, begeleid ik nu patiënten op Het Anker. Ik help mee bij de maaltijd en ben een steun en toeverlaat. Ik luister vooral en probeer hen een geruststellend gevoel en kalmte te geven. Je ziet dat de verpleegkundigen heel wat taken hebben. Als er dan iemand is die – ook al is het maar voor even – bij je komt zitten en jouw tempo als patiënt volgt, ben je enorm dankbaar. Je krijgt zoveel liefde, warmte en verbondenheid terug. Ik merk ook een enorm groeiproces bij mezelf. Het is fijn dat ik mijn eigen kwaliteiten naar voren mag brengen en me toch deel voel van het team. Alle kleine, mooie momenten die ik heb meegemaakt als vrijwilliger geven mij een warm gevoel. Daarvoor leef ik.”

An - vrijwilliger op eenheid V310 (locomotorische revalidatie)

“Het enige wat ik moet doen is plateau’s op- en afruimen en stralen. Twee uur later rij ik terug naar huis en ben ik weer helemaal opgeladen. Zo omschrijf ik mijn vrijwilligerswerk op verpleegeenheid 310, de eenheid voor locomotorische revalidatie. Ik gebruik het avondeten als een ‘excuus’ om een babbeltje te doen wanneer ik aanvoel dat iemand dat graag heeft. Dat varieert van gesprekken over alledaagse zaken tot hele diepe gesprekken. Voor mij was het vrijwilligerswerk een opstap om geleidelijk terug te beginnen werken nadat ik zelf langdurig uit was geweest. Het is fijn dat de medewerkers je mee opnemen in hun team. Niet enkel de mensen in de kamers zijn je dankbaar, maar ook de mensen die hier werken. Wanneer ik vertrek naar huis wordt er bijna elke keer nog geroepen: Bedankt hé!”

Tinne - vrijwilliger op palliatieve eenheid 'de Mantel'

“Naast mijn job als apotheker, doe ik om de twee weken een halve dag vrijwilligerswerk op de Mantel. Mensen in mijn omgeving kijken soms vreemd op wanneer ze horen dat ik op een palliatieve eenheid help, maar hier zijn zo veel mooie momenten. En, misschien verrassend, er is ook heel veel humor. Niets moet, alles mag. Een glaasje ‘bubbels’ om 10 uur ‘s morgens? Geen probleem, komt eraan. Natuurlijk zijn er soms ook heftige momenten, maar dan kan je terugvallen op een geweldig team. De gesprekken met familie en patiënten zijn ook erg boeiend en we krijgen zo veel dankbaarheid, ook van de verpleegkundigen. Ik raad iedereen aan om vrijwilligerswerk te overwegen. En zelf hoop ik het voor altijd te kunnen blijven doen.”

Mia - vrijwilliger op eenheid V260 (oncologie)

“In 1957 startte ik in een van de voorlopers van het huidige ziekenhuis. Ondertussen ben ik hier nog altijd, maar nu als vrijwilliger. Op de eenheid oncologie is een heel warme sfeer en kan ik mijn eigen creativiteit gebruiken. Er zijn enkele basistaken, zoals maaltijden bedelen en afruimen, maar vooral patiënten helpen bij het eten, de rest van de dag vul ik zelf in. De verpleegkundigen kennen onze sterktes en weten goed aan wie ze wat kunnen vragen. Vrijwilliger zijn op een oncologische eenheid kan erg confronterend zijn, maar we krijgen ook enorm veel waardering van patiënten en ondersteuning van het personeel. En zelfs met kleine handelingen zoals een krant halen, iemand haren wassen of simpelweg met een tasje koffie of een glaasje appelsiensap, kan je hun dag maken. De gouden regel die écht de rode draad vormt bij vrijwilligerswerk: je verdient er niks mee, maar je wordt er ongelooflijk rijk van.”

Paul - vrijwilliger op eenheid V460 (heelkunde - orthopedie)

“Na het verlies van mijn vrouw, besloot ik om te starten met vrijwilligerswerk. Tijdens haar ziekte ‘leefde’ ik in het ziekenhuis en zag ik dat de verpleging soms handen te kort kwam. Ik wou me engageren om iets extra voor de patiënten te kunnen doen. Ondertussen werk al verschillende jaren op V460, waar ik logistiek werk doe zoals toiletbakjes op de badkamers aanvullen, het ontbijt en middageten opdienen en afruimen, enzovoort. Maar ik maak ook geregeld een babbeltje met de patiënt, die zich vaak eenzaam voelt. Vaak krijg ik de levensverhalen van mensen te horen en besef je dat werkelijk ieder huisje zijn kruisje heeft. Erg leerrijk en je kan er ook veel moed uit putten. En de verpleging, die ziet me heel graag komen en is enorm dankbaar voor alle hulp.”

Geïnspireerd door deze getuigenissen?