Bij een frozen shoulder (of adhesieve capsulitis) zijn het kapsel en de ligamenten rond het schoudergewricht ontstoken. De patiënt heeft hierbij last van een stijve, pijnlijke schouder. Een frozen shoulder geneest meestal spontaan vanzelf, maar soms is een bijkomende ingreep nodig.
Op deze pagina vind je meer informatie over:
Wat zijn de symptomen van een frozen shoulder?
- Pijn in de schouder die geleidelijk aan verergert tot ze dag en nacht aanwezig is.
- De schouder verstijft steeds meer.
- Na een tijdje kan je je arm niet meer draaien.
- Het wordt steeds moeilijker om een opgaande beweging met je arm te maken.
Wat veroorzaakt een frozen shoulder?
- spontaan, zonder duidelijke oorzaak
- gevolg van een schouderoperatie
- trauma, bijvoorbeeld na een val
Een frozen shoulder komt vaker voor bij mensen met diabetes (suikerziekte) of schildklierproblemen en CVA-patiënten.
De gemiddelde patiënt met deze aandoening is ouder dan 50 jaar.
Hoe wordt een frozen shoulder behandeld?
Een frozen shoulder wordt vastgesteld via een klinisch onderzoek, vaak opgevolgd door een radiografisch onderzoek (bv. een scan). Wanneer er een vermoeden is dat de frozen shoulder ontstaan is door een operatie of trauma, kan een echografie of een MRI-scan nodig zijn.
Preventie van een frozen shoulder blijft belangrijk. Heb je dus een schouderoperatie of trauma (bv. een val) meegemaakt? Dan is het belangrijk om, in overleg met de arts, zo snel mogelijk de schouder te bewegen. Intensieve bewegingen moeten vermeden worden, gezien deze meer ontstekingsreactie en pijn veroorzaken.
In eerste instantie wordt de frozen shoulder behandeld zonder operatie. Geeft deze behandeling onvoldoende beterschap, dan kan een operatie nodig zijn.
Behandeling zonder operatie
De eerste stap in de behandeling van een frozen shoulder, is het nemen van ontstekingsremmende of pijnstillende medicatie. Ook cortisone-infiltraties zijn mogelijk en kunnen tot drie keer herhaald worden.
Het is belangrijk om voorzichtig de schouder te bewegen door ze te stretchen. Daarbij rek je het schouderkapsel voorzichtig uit. Het is belangrijk om daarbij de pijn onder controle te houden, want hevige pijn kan een ontstekingsreactie opflakkeren.
Operatieve behandeling
Wanneer de behandeling zonder operatie niet de gewenste resultaten oplevert, bestaan er verschillende opties:
- mobilisatie onder narcose
- capsular release (arthroscopisch/via kijkoperatie)
Bij beide ingrepen is het belangrijk om meteen erna te starten met intensieve kinesitherapie en een oefenprogramma waarmee je thuis aan de slag gaat. Wat je verder moet doen na de operatie, lees je bij 'wat na de operatie.
In samenspraak met de chirurg wordt beslist of je ingreep kan doorgaan in het dagziekenhuis (zonder overnachting) of dat je voor een nacht opgenomen wordt op een heelkundige eenheid.
Wat na de operatie?
Een gezwollen en pijnlijke schouder na de operatie is normaal. Het is belangrijk om voldoende pijnstilling te nemen en regelmatig ijs op de schouder te leggen (20 minuten, minstens twee- tot driemaal per dag).
Na de operatie kunnen ontstekingsremmers nuttig zijn vanwege het pijnstillend effect en om een herval te voorkomen.
Draagdoek – kinesitherapie
Het is belangrijk om meteen na de operatie te starten met kinesitherapie. We raden je aan om vóór de ingreep een kinesist te contacteren en afspraken te maken voor de dag na je ontslag uit het ziekenhuis, afhankelijk of je al dan niet een nacht opgenomen wordt.
Na de operatie krijg je een draagdoek voor comfort. Opgelet, je moet zo snel mogelijk na de operatie stoppen met het draagdoek te dragen. Het is erg belangrijk om, binnen je pijngrenzen, de schouder zo veel mogelijk te bewegen.
Je wordt aangemoedigd om, de dag na de ingreep, je arm te gebruiken voor dagelijkse activiteiten. Een groot deel van het succes van de ingreep hangt af van het oefenprogramma nadien. Een eerste stap is de volledige mobiliteit (beweeglijkheid) van de schouder herwinnen. Daarna kan je starten met krachtoefeningen.
Wanneer de operatiewonden genezen zijn, kunnen rekoefeningen in het zwembad een nuttige toevoeging zijn aan je revalidatieprogramma.