Mensen met chronische enkelinstabiliteit verstuiken gemakkelijk hun enkel en voelen zich onzeker als ze over oneffen terrein moeten lopen. Dat komt doordat de spieren of de gewrichtsbanden onvoldoende hun werk doen of doordat de reflexen niet goed zijn.
Er zijn twee types van enkelinstabiliteit:
Functionele enkelinstabiliteit
In dat geval werken vaak de spieren onvoldoende, bijvoorbeeld omdat een van de spieren verzwakt is. Een andere mogelijkheid is dat de sensoren van de gewrichtsbanden, de spieren of het gewrichtskapsel – het weefsel dat de gewrichtsruimte afsluit - beschadigd zijn: die zorgen ervoor dat het lichaam tijdig signalen ontvangt bij bijvoorbeeld een enkelverstuiking.
Mechanische enkelinstabiliteit
Als er sprake is van beschadigde of te lakse gewrichtsbanden, spreek je van mechanische enkelstabiliteit.
In de praktijk komen beide vaak samen voor.
Op deze pagina vind je meer informatie over:
Wat zijn de symptomen van enkelinstabiliteit?
- chronische zwelling en pijn
- minder goed kunnen stappen op oneffen terrein
- herhaaldelijke enkelverstuikingen
Wat zijn de oorzaken van enkelinstabiliteit?
- Beschadiging van de gewrichtsbanden als gevolg van een acute enkelverstuiking. Met kinesitherapie en bescherming van het gewricht geneest een ernstige verstuiking meestal in een drietal maanden. Soms ontstaat er echter blijvende instabiliteit.
- Erfelijke aanleg voor lakse gewrichtsbanden, waardoor die meer meegeven en de enkel abnormaal beweeglijk wordt.
- Een ongeval of zware klap, al dan niet met een complexe breuk tot gevolg, kan tot een blijvende afwijking in de enkel of voet leiden. Daardoor worden de spieren en gewrichtsbanden zwaarder belast.
- Standafwijking: mensen met plat- of holvoeten of met X- of O-benen zijn gevoeliger voor verstuikingen.
- Chronische pijn als gevolg van bijvoorbeeld artrose, een gewrichtsontsteking of een kraakbeenletsel verzwakt de spieren en de reflexen. Het kan ook zorgen voor een foute houding.
Hoe wordt enkelinstabiliteit behandeld?
Behandeling zonder operatie
- Kinesitherapie: de kinesist probeert in eerste instantie het gewricht voldoende beweeglijk te houden. In een tweede fase focust hij meer op kracht. Tenslotte wordt er geoefend op de juiste reflexen, zodat je enkel stabiel blijft tijdens het stappen of sporten.
- Enkelbrace: een enkelbrace is vooral nuttig tijdens de revalidatie of eventueel bij risicoactiviteiten. Als je voortdurend een enkelbrace draagt, leidt dat net tot verdere verzwakking.
- Steunzolen: steunzolen corrigeren de stand van de enkel of voet en verminderen zo de belasting van de achillespees.
- Inspuiting met cortisone: als de patiënt blijvend last heeft van zwelling en pijn, heeft kinesitherapie weinig kans op slagen. Een inspuiting met cortisone kan de chronische ontsteking onderdrukken, zodat de patiënt de revalidatie in optimale omstandigheden kan voortzetten.
Operatie
Als kinesitherapie en ondersteunende maatregelen onvoldoende helpen, kan een operatie nuttig zijn. Soms voert de arts eerst een kijkoperatie uit om een beter zicht te krijgen op het probleem.
Wat na de operatie?
Wat na de operatie?
Na de ingreep moet je een tweetal weken een gips dragen, tot aan de volgende raadpleging. In die periode is het strikt verboden om op je voet te steunen. Het is ook erg belangrijk je voet zoveel mogelijk omhoog te leggen om de zwelling te beperken.
Na die twee weken wordt het gips vervangen door een walking boot, brace of een ander gips, voor nog eens vier weken. Zes weken na de operatie mag je starten met kinesitherapie om opnieuw spierkracht, evenwicht en beweeglijkheid op te bouwen.