Het enkelgewricht is de verbinding tussen de beenderen van ons onderbeen en onze achtervoet. Het wordt beschermd door een laag kraakbeen: die zorgt ervoor dat de beenderen vlot over elkaar kunnen glijden en werkt tegelijk als een schokdemper. Daarnaast wordt het gewricht omgeven door het gewrichtskapsel. Dat is een stevige laag weefsel die de gewrichtsruimte helemaal afsluit en zorgt voor de aanmaak en het filteren van het gewrichtsvocht.
Bij artrose raakt het kraakbeen beschadigd en het onderliggende bot overbelast of beschadigd. Dat kan een kleine beschadiging op één plaats zijn, kraakbeenletsel genoemd, of een meer verspreide of volledige aantasting, wat we enkelartrose noemen. Kraakbeen kan maar in beperkte mate herstellen. Het lichaam is dus vaak niet in staat om een beschadigde kraakbeenlaag volledig zelf te herstellen.
Op deze pagina vind je meer informatie over:
Wat zijn de symptomen van enkelartrose?
- Pijn: doordat de kraakbeenlaag beschadigd is, komt het onderliggende bot bloot te liggen. Dat kan bij belasting pijn veroorzaken.
- Zwelling rondom de enkel: die ontstaat doordat het gewrichtskapsel, dat het enkelgewricht omgeeft, meer en taaier gewrichtsvocht aanmaakt als een reactie op de overbelasting.
- Het gevoel dat het enkelgewricht blokkeert. Dat gaat vaak gepaard met een pijnlijke ‘klik’, maar verdwijnt meestal ook snel. Bijna altijd gaat het om een zogenoemde pseudoblokkage: het gewricht behoudt zijn normale beweeglijkheid, maar tijdens de beweging ontstaat een gevoel van volledige verstijving.
- Stijfheid en verminderde beweeglijkheid, vooral in de ochtend. Dat is een gevolg van de zwelling en het taaier worden van het gewrichtskapsel als gevolg van de chronische ontsteking. Bij ernstige artrose maakt het lichaam ook extra bot aan de rand van het gewricht aan (osteofiet), als reactie op een chronische overbelasting of instabiliteit. Die uitstulpingen maken het enkelgewricht minder beweeglijk en dragen mee bij tot de stijfheid en pijn.
Wat is de oorzaak van enkelartrose?;
De belangrijkste oorzaak van enkelartrose is een ongeval. Door de slag raakt het kraakbeen beschadigd. Doordat het vanaf dan minder goed bestand is tegen schokken en wrijving, raakt het gewricht almaar meer belast en neemt de artrose met de jaren verder toe.
Een ongeval kan ook leiden tot een standafwijking of tot chronische instabiliteit. Dat kan op zijn beurt chronische overbelasting geven en zo leiden tot artrose.
Daarnaast zijn er ziektes die gepaard gaan met chronische ontsteking rondom en in het gewricht. Daardoor raakt het kraakbeen langzaam maar zeker over de volledige oppervlakte beschadigd. De meest gekende aandoeningen met dat effect zijn reumatoïde artritis, jicht en hemofilie.
Soms is ook een infectie de boosdoener. In dat geval kan er snel een uitgesproken beschadiging optreden.
Hoe wordt enkelartrose behandeld?
Behandeling zonder operatie
Meestal stelt de arts in eerste instantie medicatie en ondersteunende maatregelen of behandelingen voor.
- Pijnstillers
Door pijnstillers te nemen en ijs op het gewricht te leggen, kan je een meer ingrijpende behandeling vaak uitstellen, zeker als de klachten mild zijn of maar af en toe optreden. - Aanpassing van je activiteiten
Door bepaalde bewegingen aan te passen of al te langdurige belasting te vermijden, kan je de klachten vaak al een heel stuk verminderen. - Aangepaste schoenen, steunzolen of enkelbrace
Deze worden op maat gemaakt en zullen eventuele standafwijkingen corrigeren en instabiliteit tegengaan. Bij een erg stijve enkel kan er gekozen worden voor een schoen met een verhoogde afrol om het stappen gemakkelijker te maken. - Infiltraties met hyaluronzuur
Hyaluronzuur is een lichaamseigen stof die we ook als supplement rechtstreeks in de gewrichtsruimte kunnen inspuiten. Dat zorgt voor minder ontsteking en stimuleert het herstel van kraakbeen. Bij veel patiënten geeft dat een flinke verbetering. Het kan geen kwaad om de behandeling regelmatig te herhalen. Het nadeel is wel dat de therapie niet terugbetaald wordt. Bij uitgesproken pijn of ontsteking (zwelling) is soms ook een infiltratie met cortisone nuttig.