Orthopedische heelkunde - orthopedie - Meniscusletsel

Bij blijvende pijn of ‘op slot’-klachten is een kijkoperatie (artroscopie) verstandig. Zo nodig kan de orthopedist het meniscusletsel meteen behandelen. Heel soms kan de scheur in de meniscus gehecht worden (meniscopexie).

Meestal moet een deel van de meniscus verwijderd worden (partiële meniscectomie). De orthopedist haalt zo min mogelijk weefsel weg, zodat de meniscus zo goed mogelijk zijn schokdempende werking behoudt.

Bij patiënten boven de 50 jaar  wordt zelden een kijkoperatie uitgevoerd (nationale afspraak). Uit ervaringen uit het verleden bleek dat bij deze patiënten sprake is van een verouderd gewricht. Een kijkoperatie leidt dan niet tot een gunstig resultaat en kan soms zelfs de klachten verergeren. 

Soms wordt er overgegaan tot een meniscustransplantatie bij klachten nadat de (sub)totale meniscus verwijderd werd (meniscectomie). 

Klachten na een totale meniscectomie:

• pijn en instabiliteit
• ‘giving way’: het gevoel dat je door je knie zakt.
• het gevoel dat je knie tijdelijk vastzit en vervolgens weer van ‘het slot’ raakt.

Indicaties voor een meniscustransplantatie: invaliderende pijn na een (sub)totale meniscectomie bij patiënten jonger dan 45-50 jaar met een neutrale been-as (recht been) en een stabiele knie met voldoende kwalitatief kraakbeen. 

Wanneer de knie instabiel is door een gescheurde voorste kruisband moet tegelijk met de meniscustransplantatie een voorste kruisbandreconstructie plaatsvinden. De BMI (body mass index) moet daarvoor onder de 35 zijn.